maandag - 31 oktober, 2022 31 oktober, 2022

“Digitale democratie laat zien dat bottom-up beleid mogelijk is”


Afscheidsinterview met co-directeur Anne de Zeeuw

Zes jaar lang was Anne de Zeeuw een drijvende kracht achter Netwerk Democratie. Eerst als projectleider en sinds januari 2021 als co-directeur. Binnenkort vertrekt ze naar Nieuw-Zeeland om voor een jaar de digitale democratie te verruilen voor het natuurschoon van het zuidelijk halfrond. Anne heeft een schat aan kennis en heeft altijd de moeite genomen die kennis te delen in publicaties en lezingen. In dit interview vroegen we haar om nog één keer haar visie te delen over de ontwikkeling van digitale democratie voordat ze aan haar nieuwe avontuur begint.

Waar is jouw interesse voor digitale democratie begonnen?

Tijdens mijn studie Cultural Analysis kwam ik voor het eerst in aanraking met nieuwe vormen van zeggenschap. Ik deed onderzoek naar manieren waarop stateloze vluchtelingen een politieke stem konden vormen met behulp van sociale media platformen. Bij Netwerk Democratie leerde ik al snel over de vele andere mogelijkheden waarin het internet een instrument kan vormen om maatschappelijke verandering te initiëren. Deze zoektocht naar manieren om zeggenschap te geven aan mensen die anders geen stem hadden gehad in de besluitvorming blijft me fascineren.

Wat versta jij onder digitale democratie?

Digitale democratie gaat over manieren waarop digitale technologie de democratie kan versterken. Het internet heeft onze samenleving veranderd en daar zitten zeker ook schaduwkanten aan. Maar vanuit Netwerk Democratie kijken we met name naar de positieve manieren waarop het internet ingezet kan worden om democratische processen opener, eerlijker en democratischer te maken. We leven tegenwoordig in een netwerksamenleving waarin informatietechnologie zorgt voor veranderende maatschappelijke verhoudingen en een grote toegankelijkheid en deelbaarheid van informatie. Dat vraagt om nieuwe vormen van besluitvorming, samenwerking en manieren waarop overheden en burgers met elkaar communiceren.

Hoe verhoudt digitale democratie zich tot de representatieve democratie?

Met de inzet van digitale democratie kun je de legitimiteit van de huidige representatieve systemen vergroten. Bijvoorbeeld door ook tussen verkiezingen in de stem van bewoners mee te nemen in concrete besluiten. Digitale democratie laat namelijk zien dat het best mogelijk is om beleid van onderop te ontwikkelen in plaats van top-down. Op beleid dat van bovenaf wordt opgelegd, kan maar weinig input gegeven worden. Dat draagt niet bij aan draagvlak en een gevoel van betrokkenheid onder burgers. Succesvolle voorbeelden van digitale participatie laten keer op keer zien dat een open en nog niet dicht getimmerd proces hele waardevolle voorstellen kan genereren. Voorstellen die zich niks aantrekken van politieke tegenstellingen, maar wel sociaal en toekomstgericht zijn. Juist nu we als samenleving met meerdere crises tegelijk worden geconfronteerd, is het belangrijk om als overheid en inwoners meer met elkaar samen te werken. Digitale technologie biedt hierin mogelijkheden om burgers een stem te geven en de kansen te benutten van het collectief oplossend vermogen dat aanwezig is in onze samenleving.

Hoe heeft de digitale democratie zich ontwikkeld in Nederland?

Zo’n zes jaar geleden kregen steeds meer organisaties en gemeenschappen in Nederland interesse in digitale democratie. Maar hier stond het nog in de kinderschoenen. In het buitenland zagen we voorbeelden die veel verder ontwikkeld waren en die grote impact maakten. Het was ontzettend inspirerend om te horen hoe in IJsland het stadsbestuur werd gedemocratiseerd met behulp van het platform Your Priorities. Hoe er met de tool Consul in Madrid jaarlijks 100 miljoen euro van het stadsbudget door burgers werd verdeeld. En hoe er in Estland door middel van een nationale crowdsourcing nieuwe wetsvoorstellen werden ingediend bij het parlement. Een overkoepelend thema dat wij daarin heel belangrijk vonden was de aandacht voor het gebruik van open source technologie, open standaarden en eigenaarschap over data. Want technologie die we gebruiken voor democratische processen hoort open en publiek te zijn.

Netwerk Democratie is toen met het Ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) en Waag het project ‘E-DEM: digitale participatietools voor lokale overheden’ gestart om deze praktijkervaring en open technologie van buitenlandse voorlopers bruikbaar te maken voor het Nederlandse veld. De kennis en kunde die er tijdens de ontmoetingen tussen deze buitenlandse voorbeelden en Nederlandse voorlopers naar boven kwam, hebben collega Josien Pieterse en ik samengevat in de Handreiking digitale democratie.

Werd open source digitale democratie goed ontvangen in Nederland?

Jazeker. Dat was mooi om te zien. In de jaren die volgden hebben Nederlandse gemeenten veel kennis en ervaring opgedaan over de praktijk van open source digitale participatie. Met NetDem organiseerden we de ‘Proeftuin digitale democratie’ in samenwerking met BZK en ICTU. Tijdens dit programma implementeerden verschillende gemeenten, vaak voor de eerste keer, een digitaal participatieproces. Op nationaal niveau zorgden we ervoor dat gezamenlijke hulpvragen werden opgepakt en er een uitwisseling ontstond tussen de verschillende praktijkervaringen. Het is mooi om te zien dat er een groeiende groep lokale overheden is die zich bewust is van de redenen om in democratische processen voor open source technologie te kiezen. Eén van die redenen is dat open source het proces transparanter maakt. Doordat iedereen de code in kan zien, kan worden gecontroleerd of de code ook echt doet wat er geclaimd wordt. Die transparantie en controleerbaarheid maken de tools meer democratisch. Een andere reden is dat open source de mogelijkheid biedt om dit soort publieke instrumenten gezamenlijk verder te ontwikkelen.

Wat is de impact van digitale participatieprocessen?

Het is interessant om te zien dat digitale participatietools een heel ander werkproces bij overheden teweegbrengen. Zo vraagt het in een vroeg stadium in de beleidscyclus om een nauwere samenwerking tussen verschillende interne afdelingen en het bestuur. Ook vraagt het om meer eigenaarschap en daarmee verantwoordelijkheid over de IT die de overheid gebruikt. En natuurlijk vraagt het om een radicaal open houding richting bewoners. Een houding waarbij vertrouwen in burgers de basis vormt en dat zij een waardevolle rol spelen in het besluitvormingsproces. Ik zal nooit vergeten hoe een ambtenaar die we in Madrid interviewden over zijn rol in het digitale participatieproces glunderend vertelde dat hij zijn werk nog nooit zo betekenisvol had gevonden nu hij direct met de input van burgers te maken had om de stad te verbeteren. Dit soort praktijkervaringen en andere inzichten hebben we gedeeld in de publicatie Digitale participatie in de praktijk.

Digitale participatie is dus meer dan simpelweg het inzetten van digitale tools. Het vraagt wat van de interne organisatie en gaat het liefst ook gepaard met een cultuuromslag. Dit lijkt me voor lokale overheden geen gemakkelijke opgave. Hoe krijgen ze dat voor elkaar?

Grotere gemeenten hebben vaak wel de capaciteit om dit te doen. Ze beschikken bijvoorbeeld over een vast participatieteam dat kan gaan experimenteren. Vervolgens kunnen ze de opgedane kennis intern borgen. Maar kleinere gemeenten hebben minder capaciteit. Ambtenaren zijn voor meerdere vakgebieden verantwoordelijk waardoor ze minder tijd hebben om met dit soort dingen aan de slag te gaan. Daarom zijn in 2020 de ‘Provinciedeals digitale democratie’ van start gegaan. De provinciedeals zijn een kennisdelingsprogramma. Per provincie kunnen gemeenten en waterschappen vrijwillig meedoen aan een serie kennissessies waarbij elke deelnemende partij ook een eigen pilotproject uitvoert. De provincie en koplopergemeenten als Groningen en Amsterdam ondersteunen gemeenten op het vlak van participatieproces-ontwerp en de organisatie van technologie. Met NetDem waren we betrokken als kennispartner. Alle provinciedeals vielen onder Democratie in Actie (DiA), een actieprogramma van BZK en VNG.

Het is duidelijk dat Nederland bij uitstek een land is waarin er gemakkelijk samen gewerkt kan worden om niet alleen kennis en kunde rond digitale participatie met elkaar te delen, maar ook samen de instrumenten hiervoor te beheren en verder te ontwikkelen. De stappen die hierin nog gezet kunnen worden heeft NetDem recentelijk samen met het veld samengevat in de publicatie DiA Dialoog: De Toekomst van digitale democratie.

Hoe zie je de toekomst van digitale democratie in Nederland?

De pioniersfase van digitale democratie in Nederland is nu wel voorbij. We kunnen stellen dat digitale democratie langzaam aan volwassen aan het worden is. Een volwassen digitale democratie is er één waarin er niet alleen in afgebakende projecten of pilots wordt gewerkt, maar waarin digitale participatie een structureel onderdeel is van beleidsprocessen. Wat er gebeurt in Taiwan is hier een geweldig voorbeeld van. Onder leiding van Digital Minister Audrey Tang wordt er een combinatie van offline en online participatie ingezet om gesprekken te voeren met inwoners en gezamenlijk op elk moment nieuwe regelgeving te formuleren. Het bijzondere is dat er in Taiwan niet wordt teruggeschrokken om juist ook complexe en wringende vraagstukken open te gooien voor een publiek gesprek. Een van de tools die ze daar voor inzetten is Polis. Dit is een open source consensus tool uit Seattle die kunstmatige intelligentie gebruikt om in grote uiteenlopende groepen punten van overeenstemming zichtbaar te maken. Een Polis gesprek start met een overkoepelde vraag en een aantal voorgestelde oplossingen of meningen. Vervolgens kunnen deelnemers standpunten aan het gesprek toevoegen en met de knoppen ‘eens’, ‘oneens’ of ‘geen van beide’ de standpunten evalueren. Het resultaat is een soort temperatuurcheck van wat er leeft onder de deelnemers en welke oplossingen het meeste draagvlak hebben onder de verschillende groepen. Hoe meer de meningen uit elkaar lopen, hoe duidelijker de tool juist zichtbaar maakt over welke onderwerpen er wel consensus is.

Geïnspireerd door Taiwan heb ik de afgelopen twee jaar samen met gemeente Groningen, gemeente Amsterdam en DiA onderzocht of we Polis ook in Nederland kunnen inzetten om mensen een stem te geven in complexe vraagstukken. We startten met deze verkenning tijdens de eerste corona lockdowns. Samen met de Code for NL community hebben we toen kunnen uittesten hoe Polis gesprekken rondom zo’n gepolariseerd onderwerp als corona kan faciliteren. Ook de pilots die op gemeentelijk niveau werden uitgevoerd waren veelbelovend. Polis biedt de mogelijkheid om een gesprek te voeren met hele grote groepen mensen. En de focus op consensus zorgt voor oplossingsgerichte en bruikbare resultaten. Onze bevindingen hebben we bij elkaar gebracht in de Handreiking Polis.

Ik hoop dat het publiekelijk delen van dit soort open innovatie en praktijkervaring er voor zorgt dat er steeds meer instrumenten en bijpassende processen beschikbaar komen. Het uiteindelijke doel is om de mensen waar beleid effect op heeft in staat te stellen om mee te praten en om meer met elkaar samen te werken.

Wat de afgelopen zes jaar werken met open source participatietools en democratische vernieuwers mij duidelijk heeft gemaakt, is dat we in tegenstelling tot sociale media onze participatietechnologie zo kunnen ontwerpen dat het mensen meer in dialoog brengt en het meer democratische betrokkenheid genereert. In tegenstelling tot het creëren van een ‘surveillance staat’, kunnen we technologie ook inzetten op basis van vertrouwen. En dat vind ik niet alleen hoognodig maar ook zeer hoopgevend.

We bedanken Anne hartelijk voor dit interview en haar enorme inzet voor Netwerk Democratie.
Namens Team NetDem
Tessel Renzenbrink en Vera de Jong