donderdag - 8 juli, 2021 8 juli, 2021

Praktische tips voor inclusieve digitale participatie


Hoe kun je als lokale overheid je online participatieproces inclusiever maken? Deze vraag stond netwerkevenement Digitale participatie centraal tijdens het tweede netwerkevenement Digitale participatie. In dit artikel delen we de praktische tips en concrete handreikingen die tijdens de bijeenkomst werden aangereikt.

‘Je kunt het participatieproces wel digitaal maken, maar mensen doen alleen mee als het onderwerp hen voldoende raakt of interesseert.’ Het was de eerste stelling van de paneldiscussie waarmee de bijeenkomst van start ging. Alle drie de panelleden waren het daar mee eens. Ze gaven tips over waar je op kunt letten om tot een aansprekend onderwerp te komen.

Sluit aan bij de leefwereld van inwoners

“Zorg dat je aansluit op de leefwereld van bewoners”, zei Jeroen Bruijns, projectleider digitale democratie bij DiA. “Een systeemdiscussie zal mensen niet aanspreken.” Hij noemde daarbij met name langlopende trajecten zoals bijvoorbeeld de plaatsing van windmolens. Vaak zie je dat bewoners zich met het onderwerp gaan bezighouden als gebieden worden aangewezen voor de plaatsing van windmolens. Maar in die fase van het traject zijn veel dingen al bepaald en is de mogelijke inbreng van inwoners gering. Het is daarom belangrijk dat inwoners zich in een eerder stadium betrokken voelen. Bruijns: “Als je weet dat mensen pas mee gaan doen als een onderwerp hen raakt, dan is het de taak van de gemeente om te zorgen dat het hen raakt. Pas als mensen weten wat een windmolen voor hen betekent, raken ze betrokken. Dus maak het duidelijk als de windmolen nabij een natuurgebied wordt geplaatst waar mensen wandelen. Of als het in het zicht komt van een wijk. Je moet dat soort zaken al aan het begin van het traject duidelijk overbrengen. Niet proberen het mooi op te schrijven, maar transparant zijn.”

Toerusting, toepassing en motivatie

Inclusieve digitale participatie moet je in een context van sociale ongelijkheid plaatsen, zei Mellouki Cadat-Lampe, senior onderzoeker en adviseur bij kennisinstituut Movisie. “Er is sprake van een digitale kloof. In de samenleving heb je te maken met mensen die wel kunnen en die niet kunnen participeren. Mensen die wel willen en die niet willen participeren. Hetzelfde geldt voor het digitale domein. Om al die mensen de mogelijkheid te geven deel te nemen aan het proces kun je kijken naar drie niveaus. Niveau 1 is de toerusting: in hoeverre hebben mensen toegang tot het proces. Hebben ze bijvoorbeeld wel een laptop. Zo niet, hoe kan je dan toch zorgen dat ze kunnen participeren? Niveau 2 gaat over toepassing: hebben mensen de vaardigheden om de laptop te gebruiken. Zo niet, hoe zorg je er voor dat ze hun digitale rijbewijs kunnen halen. Niveau 3 gaat over de uitkomst: wat hebben mensen er aan. Impact motiveert mensen om betrokken te willen worden. Door de digitale kloof te verkleinen, krijg je inclusievere digitale participatie. Dit is gunstig bij de aanpak van sociale ongelijkheid.”

Begin klein maar schuw de complexiteit niet

Welk onderwerp je kiest is een belangrijke vraag, zei Anne de Zeeuw, co-directeur van Netwerk Democratie. Gemeenten die met digitale participatie beginnen, worstelen daarmee. Ze adviseert om te beginnen met een heel concreet vraagstuk: participatief budgetteren of het herinrichten van de publieke ruimte. Zo’n praktisch vraagstuk maakt de impact voelbaar voor deelnemers. Maar blijf vervolgens niet in veilige thema’s hangen. Zowel de organisatie als de deelnemers maken een leercurve door. Op den duur kun je meer complexe thema’s aan de orde stellen.

Inclusie vraagt om inspanning

De tweede stelling waar de sprekers op reageerde luidt: ‘Digitale participatievormen trekken vooral mensen die ook al aan offline participatietrajecten deelnemen. Het stimuleert de diversiteit niet’. Mellouki Cadat-Lampezei daarover: “Het is een ongemakkelijke waarheid maar het blijkt wel het geval te zijn. Maar op het moment dat je dat weet, kun je er wat aan doen. Stap even weg van online participatie en ga terug naar offline. Wat is de kwaliteit van je gewone participatie? Lukt het je om alle burgers te bereiken? Heb je contact met netwerken in de buurt? Ben je al op het buurthuis langs geweest en heb je met burgers gesproken? Als je daarop ja kan zeggen, kan je aan digitale participatie beginnen. En dat hoeft niet groot te zijn. Je kan beginnen met een WhatsApp groep of Mentimeter. Koppel je gewone buurt aan de digitale buurt. Als dat gelukt is, kan je aan grotere en ambitieuzere projecten beginnen.

Denken in doelgroepen?
Vanuit de deelnemers van de bijeenkomst kwam de vraag of het nog gewenst is om in doelgroepen te denken. Vernauwt dat niet het blikveld? Saniye Çelik, Lector Diversiteit aan de Hogeschool Leiden, ging op die vraag in. “Doelgroep is een lastige term. Je kunt niet iedereen in een hokje plaatsen. Toch zijn we genoodzaakt om in doelgroepen te denken. Want je ziet toch vaak dat bepaalde groepen niet worden bereikt. En dan moet je een focus aanbrengen in je beleid om ze aan te spreken.”
In bredere zin gaat het over de vraag hoe je als overheid aansluit bij de samenleving, vervolgde ze. “Op dit moment ligt de focus op de personele samenstelling. Het idee is dat als je een diverser personeelsbestand hebt, je je netwerk verbreed. Maar bezig gaan met je interne netwerk is niet voldoende. Je moet continu in connectie staan met de samenleving. Je moet actief op zoek naar participatiemogelijkheden, zowel digitaal als offline. Want ook fysieke participatie kan uitsluitend werken, bijvoorbeeld voor mensen met fysieke beperkingen. Dus zoek naar hybride vormen en zet niet in op één vorm van participatie.”

Design-for-all principe
“Inclusieve participatie gaat over hoe je zorg draagt dat de kansen om mee te doen voor iedereen gelijkwaardig zijn, zei Daan de Bruijn, adviseur en onderzoeker bij Movisie. Om dat te realiseren zul je toch specifieke acties moeten ondernemen om bepaalde groepen te bereiken. Of je moet gaan werken volgens het design-for-all principe. Dat betekent dat je vanaf het begin je proces dusdanig inricht dat het open staat voor iedereen. Maar dat gaat niet in één keer en is iets waar je naar toe moet werken.

Duurzame verandering
Ook Mellouki Cadat-Lampeging in op de vraag over doelgroepen: “Het gaat niet om het woord doelgroep maar wat je er mee doet. Voor mij is hamvraag welke doelen we hebben met de groepen die we willen bedienen. Het gaat om mensen in een kwetsbare positie. Als het gaat om digitalisering is het doel een positieve en duurzame verandering van die positie. Dat mensen kunnen mee maken en meedoen. Dat ze zelf beslissen dat ze willen participeren. Dat ze ja zeggen op het moment dat ze worden uitgenodigd. Om dialoog tussen mensen en bestuur tot stand te brengen is er een wereld te winnen op methodologie ontwikkeling.”

Beeld: Beeld: Camylla Battani via Unsplash.

Het Netwerkevenement Digitale participatie met als thema ‘Voor iedere inwoner en gemeente’ vond online plaats op 22 juni 2021. De netwerkevenementen worden georganiseerd door Democratie in Actie en Netwerk Democratie. De volgende bijeenkomst zal plaatsvinden in september.