maandag - 31 oktober, 2016 31 oktober, 2016

Proeftuin E-democratie

Kunnen digitale platforms de burger echt meer zeggenschap geven?


Tijdens het Festival Lokale Democratie dat op 13 oktober werd georganiseerd door VNG in opdracht van BZK nam Netwerk Democratie deel aan de sessie ‘Proeftuin E-democratie’. Niet alleen maar gemeente ambtenaren, maar ook makers en spelers uit het maatschappelijk middenveld discussieerden over de mogelijk- en onmogelijkheden van digitale democratie in Nederland. Horen we hier te weinig over omdat digitale platforms slecht functioneren of zijn er andere redenen waarom digitale tools nog geen mainstream rol spelen in politieke besluitvorming?

Betrokkenheid en Toegankelijkheid

Onder de aanwezigen waren ook een aantal makers van digitale platformen. Door hen werd de veronderstelde onwerkzaamheid van e-democratie gelijk ontkent. Er zijn meerdere factoren die een rol spelen in het succes van een digitale platform. Een belangrijke daarvan is, net als bij andere vormen van participatie, het engagement van burgers. Als de doelstelling van het platform niet goed aanhaakt bij de doelen van burgers of als het onderwerp hun niet na aan het hart ligt wordt er ook online weinig in mee gediscussieerd.

“Je ziet dat e-democracy wel kan werken in bepaalde situaties, alleen is het wel belangrijk dat het een beetje aan het hart ligt van de burger”

Juist ook digitaal geldt dat als mensen ergens iets van vinden ze dat dan ook graag laten horen. Hier komt echter bij dat er om risico’s te mijden op online platforms vaak alleen maar over kleine of onbeduidende onderwerpen inspraak wordt gevraagd. Vooral als er daarna ook nog eens weinig mee wordt gedaan, drukt dat al snel het enthousiasme van mensen om bij te dragen. Het onderwerp en de framing daarvan op het digitale platform zijn daarom erg belangrijk.

Dit leidt ook gelijk naar een andere belangrijke factor, namelijk de structuur van het digitale platform. De manier waarop een digitale tool gebouwd is, bepaald voor een groot deel welke resultaten het oplevert. De structuur van een website of app kan er voor zorgen dat ook minder mondige burgers hun weg erop kunnen vinden. Het kan een tussenruimte creëren tussen gemeente en burgers. Maar het gaat verder dan dat: de opzet van het platform is ook van wezenlijk belang om een zo constructief mogelijke discussie te kunnen voeren.

“De input op ons platform is echt van een andere orde dan als we via email of Facebook een reactie krijgen.”

Een van de vele voorbeelden is het platform Civocracy dat gemeentes en provincies kunnen gebruiken om op een laagdrempelige maar serieuze wijze burgers te betrekken bij concrete onderwerpen. Niet ieder onderwerp trekt evenveel mensen, maar zolang de neutrale bemiddeling door het platform resulteert in betere besluitvorming wordt het succesvol geacht.

Een ander voorbeeld is het discussieplatform Argu dat er naar streeft om politieke discussies overzichtelijk en toegankelijk te maken. Iedereen kan zijn of haar ideeën over de oplossing van een vraagstuk plaatsen, voor en tegen argumenten delen en hier door de heldere weergave van lijstjes argumenten een gefundeerde stem uitbrengen.

Nieuwe verhoudingen

Toch blijft de vraag terugkeren hoe zulke platforms daadwerkelijk een vernieuwing kunnen betekenen van de democratie. Om echt functionele digitaal tools voor inspraak te ontwikkelen, moeten deze tools ook in samenspraak met burgers ontwikkeld worden, zodat de online en offline leefwereld beter overeenkomen.

Een ander veel genoemde hindernis is privacy, omdat een e-democratie platform ongemerkt veel data genereert. Het moet dus duidelijk en transparant zijn hoe er met deze data wordt omgegaan en of de data niet in commerciële handen belandt zoals bij Facebook. Om als een eerlijke brug tussen burgers en overheid te kunnen dienen, moeten ook de online verhoudingen van het begin af aan op een democratische wijze geprogrammeerd en ontwikkeld worden.

Succesvolle voorbeelden waar in Europa mee geëxperimenteerd wordt, laten zien dat het mogelijk is om vormen van politieke besluitvorming te ontwikkelen die passen bij het digitale tijdperk. Een goed voorbeeld is het Europese D-CENT (Decentralised Citizens Engagement Technologies) project dat in samenwerking met Europese organisaties en maatschappelijke initiatieven open source e-democratie tools helpt verder te ontwikkelen om gebruikt te worden op grotere schaal. Het ministerie van Binnenlandse Zaken zal komend jaar samen met Netwerk Democratie, Waag Society en Nederlandse stakeholders onderzoeken hoe de reeds geteste open source tools van D-CENT kunnen worden vertaald naar de Nederlandse context. Met als doel digitale platforms te ontwikkelen die daadwerkelijk een stukje zeggenschap naar de Nederlandse burger kunnen overhevelen.