Rustema schreef over de aankomende gemeenteraadsverkiezingen van 2014 en het verschil tussen volksvertegenwoordiging en besturen.
De politieke partijen zijn nu druk bezig om kandidaat-raadsleden te selecteren voor de gemeenteraadsverkiezingen volgend jaar. Zo vroeg een kandidatencommissie mij: “wil je bestuurder of volksvertegenwoordiger worden?” Het antwoord daarop bepaalt je plek op de lijst. De grote partijen die dankzij een coalitie wethouders denken te mogen leveren zetten de kandidaat-wethouders bovenaan als belofte aan de kiezer. Maar geef je ze je stem, dan verdwijnen ze als volksvertegenwoordiger om te gaan besturen. Wie uiteindelijk bestuurder wordt is het resultaat van een onderhandeling achter gesloten deuren.
Geen kandidaat zou besturen als ambitie moeten hebben
Het is tijd om te breken met deze praktijk. Geen kandidaat zou besturen als ambitie moeten hebben. Als je de raad in gaat, moet je volksvertegenwoordiger willen en kunnen zijn. Besturen is een vak apart, waarvoor je bij voorkeur ook specialistische kennis hebt en andere vaardigheden. Op basis daarvan moet de bestuurder uitgekozen worden door de hele gemeenteraad, liefst met een gewone sollicitatieprocedure en een vacature. Een vacature waarin vanzelfsprekend geen partij genoemd wordt. Juist in Amsterdam, de stad met opmerkelijke coalities, kan een dergelijke innovatie goed geprobeerd worden. Als VVD en D66 hier bijvoorbeeld voor kiezen zou dat betekenen dat er voor het eerst sinds mensenheugenis geen PvdA wethouders besturen. Met als kleine prijs dat er ook geen eigen wethouders komen. In plaats daarvan de beste kandidaten uit het land die passen bij de vacature volgens een hand opsteken van de hele gemeenteraad.
Helaas willen (te) veel volksvertegenwoordigers graag besturen in plaats van het bestuur controleren. Controleren gaat dan voornamelijk op details omdat de bestuurder van de eigen partij of coalitie is. Ook nemen de wannabe-bestuurders het onnavolgbare, a-politieke taaltje van de bestuurders graag over. Een volksvertegenwoordiger moet juist stem geven aan de burgers, niet aan partij-strategen of beleidsambtenaren. Dat wordt dan een verhaal op basis van algemene principes, een ideologie, een wereldbeeld, in de taal van het electoraat. Als burger weet je je dan vertegenwoordigd en wordt je gehoord. De bestuurder kan dan de andere kant van het verhaal vertellen: waarom het lastig en complex is. De burger vraagt daarnaar via zijn of haar volksvertegenwoordiger.
Een goede, luisterende volksvertegenwoordiging is cruciaal voor een goed functionerende democratie. Heb je dat niet, dan riskeer je dat bestuur en volksvertegenwoordiging op één hoop gegooid wordt door veel burgers. Geef ze eens ongelijk. Het is ook vaak een onontwarbare parade van gezichten waarbij de twee soorten zich met taal en voorkomen nauwelijks onderscheiden voor een buitenstaander. Alleen extreme partijen kunnen zich goed profileren als volksvertegenwoordiger. Die groeien dan ook overal in populariteit en maken het besturen met klassieke coalities weer moeilijker door de scherpe tegenstellingen. Die spanning moet je juist bewaren tussen volksvertegenwoordiging en bestuur. Daar is het goed omdat het duidelijk maakt welke keuzes er gemaakt zijn en moeten worden gemaakt. Dat kan iedereen erbij betrekken, je hebt wat te kiezen. Maar ontstaat die spanning vooral tussen het politieke centrum en de extremen dan gaat het geheel kapot.
Laat bestuurders besturen (blog).