donderdag - 20 oktober, 2016 20 oktober, 2016

Burgerjournalisten meedenkers of tegendenkers?

Blog #1: Over de rol van burgerjournalistiek in het lokale democratische speelveld


Donderdag 13 oktober 2016 vond het tweede Festival Lokale Democratie plaats te Amersfoort in het kader van de Democratic Challenge (DC). Netwerk Democratie is als kennismakelaar Burgerjournalistiek verbonden onderzoekt de bestaande burgerjournalistieke initiatieven. Hieronder een blog op basis van dit onderzoek.

De sessie burgerjournalistiek tijdens het Democratic Challenge festival is aangekondigd met de omschrijving: “De kritische burgerjournalist is een lastige luis in de pels van de gemeente. Maar hij is ook essentieel voor een open en vitale lokale democratie. Een sessie voor en door tegendenkers.” Deze omschrijving roept bij mij een beeld op van een burgerjournalist die op het gemeentebestuur afstapt met kritische vragen, het naadje van de kous wil weten, aan hoor en wederhoor doet en dit naar een breder publiek weet te communiceren. Of met andere woorden, een burgerjournalist die in de schoenen van een “professioneel” journalist stapt en een controlerende rol inneemt ten aanzien van de lokale democratie. Een luis als deze is zeker welkom omdat er op lokaal nauwelijks journalisten actief zijn in het controleren van het politiek bestuur. De publieke omroepen staan onder druk door bezuinigingen, en de commerciële media kampen met afnemende aantallen abonnees. Veel ruimte is er niet voor journalistiek graafwerk. Biedt de burgerjournalist hier een oplossing? Om die vraag te beantwoorden is het noodzakelijk om eerst in te zoomen op de vraag wat een burgerjournalist is, of het beeld van de burgerjournalist als luis in de pels klopt, en of de controlerende functie wel de toegevoegde waarde van de burgerjournalist is, of dat deze op een ander vlak ligt.

Journalist versus burgerjournalist

De journalist onderscheid zich van een burgerjournalist doordat de journalist doorgaans een journalistieke opleiding heeft genoten en zich aan een beroepscode houdt. De beroepscode schrijft voor dat de informatie die de journalist brengt waarheidsgetrouw moet zijn, oftewel de journalist moet bij verschillende bronnen verifiëren of de feiten kloppen. Het is ook belangrijk dat de journalist duidelijk onderscheid maakt tussen mening en feit. Daarbij moet de journalist ervoor zorgen dat een nieuwsbericht niet de mening van een bepaalde groep of individu wordt vertolkt maar dat er onafhankelijk nieuws wordt gebracht. Het is daarom van belang dat de journalist open en transparant opereert. De journalist moet kunnen verantwoorden hoe de informatie verkregen is, welke werkwijze is gehanteerd en welke bronnen zijn geraadpleegd. Indien noodzakelijk moet de journalist de geraadpleegde bronnen beschermen. Een journalist die zich niet aan de beroepscode houdt kan hier consequenties van ondervinden, bijvoorbeeld doordat er een klacht ingediend wordt bij de Raad voor Journalistiek die in sommige gevallen kan resulteren in een berisping of zelfs ontslag.

De beroepscode is als het ware een kwaliteitsgarantie voor de journalistiek. Dit is essentieel omdat de journalistiek geduid wordt als vierde macht in het politieke systeem, oftewel de controlerende macht die vanuit de samenleving tegenwicht biedt aan de bestuurlijke macht. Een journalist zal hierin doorgaans zijn/haar onderscheidend vermogen zien ten opzichte van de burgerjournalist.

In tegenstelling tot een journalist kan iedereen een burgerjournalist zijn of (tijdelijk) worden, met of zonder opleiding. Als expert op een bepaald onderwerp of als leek die het leuk vindt om te schrijven. Burgerjournalistieke activiteiten kunnen zelfs nog breder geïnterpreteerd worden, bijvoorbeeld burgers die als ooggetuige verslagleggen van een bepaalde gebeurtenis (in woord en/of beeld), actief berichten schrijven en delen op sociale media, of blogt /vlogt.

Een aantal van deze burgerjournalistieke praktijken krijgen in toenemende mate een plek in de mainstream media. Bijvoorbeeld doordat de mainstream media deze burgerjournalistieke uitingen, veelal gedeeld via sociale media kanalen, gebruiken in de eigen berichtgeving. Daarnaast zijn de media zelf ook meer gebruik gaan maken van sociale media, en hebben er in sommige gevallen hun verdienmodel aan verbinden[1]. De scheidslijn tussen de traditionele nieuwszenders en de nieuwe media zijn vervaagd. De burgerjournalist is kan in dit geheel zowel zender als ontvanger zijn, van oppervlakkige tot zeer specialistische informatie. Het is daarom onmogelijk om ‘de burgerjournalist’ in één sluitende definitie te omschrijven. Er zijn verschillende typen die zich onderscheiden in de middelen die ze gebruiken, met welk doel en op welk publiek ze zich richten.

In het algemeen kan wel worden vastgesteld dat de burgerjournalist geen consequenties zal ondervinden aan het schenden van de beroepscode. De burgerjournalist heeft meer vrijheid om te schrijven zonder zich daarvoor te hoeven verantwoorden.[2] Een burgerjournalist kan uiteraard zowel bewust als onbewust overeenkomstig met de journalistieke beroepscode handelen. Deze vrijheid maakt het lastig om de burgerjournalist zonder voorbehoud als onderdeel van de vierde macht in het politieke bestel te zien. Immers, er is geen controle op de controlerende macht.

De aard van het beestje

Terug naar het beeld van de burgerjournalist als lastige luis in de pels. Naast de kanttekening die in het voorgaande is gemaakt, is het ook erg lastig om dit type burgerjournalist te vinden – ook al zou deze luis best een welkome gast kunnen zijn. Het online platform Vers Beton uit Rotterdam is hier een goed voorbeeld van. Dit platform is opgericht door professionele journalisten en volgt de ontwikkelingen in Rotterdam zowel in de breedte als in de diepte. Daarnaast was het initiatief ‘100×100. 100 correspondenten voor de nieuwe gemeenteraden’ erop gericht om ‘lastige luizen in de pels’ in heel Nederland uit te zetten. In tegenstelling tot Vers Beton speelde het waarborgen van de journalistieke beroepscode in 100×100 geen rol. Het ‘luis in de pels’-zijn stond daarentegen wel op de voorgrond.

Het merendeel van de burgerjournalistieke initiatieven in Nederland bestaat echter niet uit kritische onderzoekers die de lokale democratie onder de loep nemen. De burgerjournalist is doorgaans zeer actief in de lokale en regionale gemeenschap, maar houdt zich bezig met onderwerpen die in de gemeenschap spelen, en die dicht bij de mensen staan. Politiek maakt hier slechts een beperkt onderdeel van uit. De activiteiten van burgerjournalisten lopen uiteen van het produceren van lokale radio en TV programma’s, het schrijven stukken voor de buurt- of wijkkrant tot het maken video rapportages of het opzetten een eigen (online) mediakanaal op. Initiatieven die soms al decennia lang bestaan en drijven op de inzet en kennis van vrijwilligers. Burgerjournalisten leveren hiermee een belangrijke bijdrage aan de lokale informatievoorziening.

Opvallend is dat burgerjournalistieke activiteiten nog maar weinig worden opgepakt door de lokale en regionale media. Sterker nog, op sommige plekken moeten burgerjournalisten de publieke omroep geld betalen om zendtijd te krijgen. Daarnaast is het opvallend dat sociale media lokaal ook een minder grote rol spelen. Dit geldt zowel voor commerciële als publieke media. Deze mediakanalen bedienen doorgaans een oudere doelgroep die minder op het internet georiënteerd is. Een doelgroep die echter steeds kleiner wordt. Commerciële uitgeverijen hebben hier last van omdat ze steeds minder kranten verkopen. Er is weinig nieuwe aanwas onder jongeren, en het opzetten van een nieuw verdienmodel voor een publiek dat papier-georiënteerd is een grote stap. Publieke omroepen gaan ook een lastige tijd tegemoet vanwege bezuinigingen en organisatorische veranderingen.

Lokale en regionale media waren doorgaans al niet heel actief in de lokale democratie, maar gezien de huidige ontwikkelingen is de kans nog kleiner dat zij die rol in de toekomst op gaan pakken. Kortom, er is een leemte in de lokale democratie en de vraag is wie die gaat opvullen.

Mis-match of misvatting?

In het politieke spel waarin legitimiteit, representativiteit en informatie een sleutelrol spelen, is onafhankelijke controle noodzakelijke voorwaarde voor de vitaliteit van de democratie. Met een uitbreiding van de taken van het centraal bestuur naar het lokaal bestuur verschuift ook een deel van de verantwoordelijkheid naar het gemeentebestuur. Reden te meer om dit gemeentebestuur onafhankelijk te controleren. Er is echter niemand opgestaan die de rol als lokale waakhond op zich neemt. Ook de burgerjournalist niet. De vraag rijst wat de toegevoegde waarde van de burgerjournalist dan wel is. Draagt de burgerjournalist bij aan een vitale democratie? En als de burgerjournalist deze controlerende taak niet op zich neemt, wie dan wel?

Een pessimistisch antwoord op deze laatste vraag zou kunnen zijn dat de burger het vertrouwen in de politiek in het algemeen, en in het lokaal bestuur in het bijzonder, heeft verloren. En daarmee ook zijn interesse voor lokale politieke verslaggeving. Kijkend naar de afnemende opkomstpercentages voor de lokale verkiezingen is een dergelijke conclusie snel gemaakt. Deze conclusie is echter te gemakkelijk, en gaat voorbij aan een positieve beantwoording van de vraag, namelijk dat er op een andere manier vorm wordt gegeven aan representativiteit en legitimiteit in lokale gemeenschappen en communities. Naast de formele bestuurslaag bestaat een levendige gemeenschap waarin wordt samengewerkt, samengeleefd en samen ondernomen. Aan legitimiteit en representativiteit wordt op een informele manier vorm gegeven. Soms botst dit met formele structuren, maar doorgaans gaat het probleemloos samen. Deze twee werelden worden meestal in twee te onderscheiden termen uitgedrukt: de systeemwereld en de leefwereld. Alsof het twee onafhankelijke entiteiten zijn. De kans is vrij groot dat dit doorgaans ook zo wordt ervaren; als twee gescheiden werelden met ieder hun eigen taal. Vanwege de afstand tussen deze twee werelden neemt het belang van de formele politieke representatie middels verkiezingen mogelijkerwijs af. [3]

In dit speelveld is de burgerjournalist actief met kleine (of grotere) interventies zoals het doorspelen van vragen van bewoners aan politici in radio-interviews. Of door buurtbewoners te interviewen die iets vinden van het nieuwe speeltuintje dat pas in hun buurt is geplaatst. Maar burgerjournalisten kunnen zich bijvoorbeeld ook bezighouden met het ophalen van ervaringsverhalen van ouderen rondom de invoering van de WMO. De burgerjournalist vertolkt de kleine en grote verhalen uit de gemeenschap naar een breder publiek en brengt daarmee een informatiestroom op gang die er voorheen niet (altijd) was. De burgerjournalist is daarmee niet de gewenste luis in de pels, maar wel een ontbrekende schakel. De burgerjournalist levert een bijdrage aan het lokale netwerk, raakt soms politieke issues aan, maar kan ook rapporteren over de prestaties van de lokale sportclub of de nieuwe moskee. Hiermee levert de burgerjournalist een ook andere belangrijke bijdrage aan het politieke spel; door het vertellen van de verhalen die in de gemeenschap spelen wordt het voor het lokaal bestuur inzichtelijker welke issues er spelen in de wijken. Irene Costera Meijer refereert hier aan als ‘de leesbare wijk’.[4] Zowel in het creëren van verbindingen als het inzichtelijk maken van de lokale verhalen zit de toegevoegde waarde van de burgerjournalist voor de vitaliteit van de lokale democratie. Op dit terrein is er nog veel winst te behalen.

De burgerjournalist biedt echter onvoldoende antwoord op de vraag naar een onafhankelijke controlerende macht die tegenwicht kan bieden aan het lokaal bestuur. Is dit een onbenut potentieel, en moet de rol die de burgerjournalist kan spelen in de (nabije) toekomst zich nog verder ontwikkelen, of moet dit potentieel elders worden gezocht?

Deze vraag is lastig te beantwoorden. Er liggen in ieder geval zeker nieuwe kansen voor lokale en regionale media, zowel bij commerciële als publieke uitgeverijen, waar een radicale heroriëntatie hard nodig is en waarin geëxperimenteerd zou moeten worden met (radicaal) vernieuwende verdienmodellen. Het internet speelt hier een belangrijke rol in. Een medium waar een grote groep burgers inmiddels mee is opgegroeid, een groep die doorgaans moeilijk bereikbaar is voor lokale en regionale media.

Internet biedt een snelle, goedkope manier van content publiceren en delen, voorziet in toegankelijke informatievoorziening en maakt interactie aangaan met anderen laagdrempelig. De landelijke media is, in vergelijking met de regionale en lokale media, meer verweven met sociale media. De Correspondent gaat hierin nog een stap verder. Bij dit medium neemt het aangaan van interactie met het publiek, het delen van kennis en het ‘linken’ naar andere informatiebronnen op het internet een centrale plek in. De Correspondent loopt, mede vanwege het radicaal vernieuwende verdienmodel, ver vooruit op andere uitgeverijen.

Het is internet biedt niet alleen oneindige mogelijkheden, maar ook vele beperkingen. Communicatie op het internet beperkt zich al snel tot echokamers; netwerken van mensen die slechts communiceren met gelijkgezinden en slechts een bevestiging van hun eigen overtuiging vinden. Echte deliberatie waarin mensen met een open vizier het gesprek aangaan met anderen en tegenstrijdige argumenten uitwisselen of een discussie aangaan over conflicterende waarden komt weinig voor. Daarbij komt dat de toegang tot informatie wordt gestuurd door een klein aantal commerciële ‘gate keepers’ zoals google en Facebook. Dit heeft eveneens een beperkende werking in de informatie die mensen tot zich nemen

Om de informatiestromen volgens een meer open model te laten verlopen, is het noodzakelijk dat er andere spelers op het internet actief worden. Dit draagt bij aan de journalistieke waarde van onafhankelijk nieuws brengen.[5] Er zijn echter nog relatief weinig (radicaal) vernieuwende verdienmodellen die nieuwe media outlets mogelijk maken. Het is interessant om te onderzoeken welke nieuwe mogelijkheden er zijn, en in dit onderzoek een kleine, diverse selectie van de gebruikersgroep intensief te betrekken. Op die manier kan er een verdienmodel ontstaan dat rekening houdt met de belangen, behoeften en interesses van (potentiele) lezers.

Om de luizen in de pels een plek te geven, en hen als controlerende macht bij te laten dragen aan een lokale vitale democratie moet er actie ondernomen worden. Lokale en regionale media zouden zich actiever moeten richten op het ontwikkelen van verdienmodellen waarin het internet een centrale rol speelt. Samenwerking tussen verschillende partijen zou op gang moeten komen. Een betere synergie tussen commerciële en publieke media, burgerjournalistiek, sociale media en andere lokale spelers kan voor een belangrijke impuls zorgen.[6]

Het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek heeft een aantal onderzoeken en projecten lopen, Stichting Democratie en Media heeft een subsidieregeling (de deadline is 16 okt. aanstaande)[7] en de provincie Limburg heeft een vooruitstrevend beleidstraject uitgestippeld.[8] Maar dit is nog niet genoeg. Er ligt een opgave om vorm te geven aan lokale en regionale journalistiek die tegenwicht biedt aan het lokaal bestuur. De vraag is alleen wie de handschoen opneemt.

 

Noten:

[1] Zoals bijvoorbeeld het AD waarbij gebruikers met veel volgers op sociale media geen pay wall te zien krijgen als ze doorklikken op artikelen. Als deze gebruikers de artikelen delen, levert dit meer exposure op. Bron: http://www.nporadio1.nl/nooit-meer-slapen/onderwerpen/362571-hans-nijenhuis

[2] Zowel de journalist als de burgerjournalist kunnen uiteraard ter verantwoording worden geroepen als zij de kaders van het Nederlandse rechtssysteem overtreden, bijvoorbeeld wegens smaad. Daarnaast maakt ook de burgerjournalist onderdeel uit van een sociaal netwerk en heeft mogelijk ook een werkgever die de burgerjournalist ter verantwoording roept als hij/zij dingen publiceert die veel verontwaardiging oproepen.

[3] N.B. de stelling is niet dat informele structuren de formele structuren kunnen of zouden moeten vervangen.

[4] I. Costera Meijer, Een leesbare wijk. De impact van wijktelevisie, Zwolle / Amsterdam juni 2010. In opdracht van Stichting ‘Vrienden van U in de Wijk’

[5] In die zin dat de huidige infrastructuur niet open en transparant is doordat algoritmen de informatiestromen sturen. Deze algoritmen zijn niet neutraal, maar worden bepaald door commerciële belangen.

[6] Dit vraagt wel experimenteerruimte in de mediawet die samenwerking tussen commerciële en publieke mediapartijen sterk aan banden legt.

[7] Zie: https://www.stdem.org/en/call-for-proposals/

[8] Zie: http://www.limburg.nl/limburgcentraal